Afbeelding links: © collectie Johan Delbecke, Roeselare. Je vindt de foto op www.erfgoedbankmidwest.be.
De 100-jarige Bataviawijk toen en nu
In 1919 werd de eerste steen gelegd van de Bataviawijk. De oude foto werd vermoedelijk gemaakt kort na de bouw van de wijk. Op de huidige foto, iets meer dan honderd jaar later, is te zien dat verschillende van de woningen een likje verf kregen, nieuw schrijnwerk of enkele gewijzigde raamopeningen, maar ook dat de bomen volgroeide prachtexemplaren zijn geworden, die zelfs in de winter het karakter van de wijk mee bepalen. Er is al die tijd geen stolp over de Bataviawijk heen gezet en de wijk is niet exact bewaard zoals het er een eeuw geleden uitzag. Maar grote delen van de wijk, zoals de Batavialaan en een stuk van de Schellebellestraat, ademen nog steeds de sfeer van toen. En ook elders is de architectuur, ondanks geschilderde gevels en toegevoegde garages, nog duidelijk te herkennen. Door de huidige trend om soms ook een oprit te ontharden en er opnieuw een voortuintje van te maken, heeft de tuinwijk het potentieel om dat karakter ook nog in de toekomst te behouden.
Tuinwijk naar Engels model
Roeselare kreeg heel wat oorlogsschade te verwerken na de Eerste Wereldoorlog en er was dan ook dringend nood aan nieuwe woningen. Vandaar dat er in de stad heel wat wederopbouwarchitectuur te herkennen is. Ook de Bataviawijk past in dit verhaal. Het gevarieerde gebruik van rode en gele baksteen, metselvlechtwerk en tuitgevels zijn slechts enkele van de typerende kenmerken. De huizen zijn ook niet allemaal identiek en vormen vaak varianten op een gelijkaardig ontwerp of er werd gewerkt met verspringende volumes.
Wel bijzonder aan de Roeselaarse Bataviawijk is dat hier het concept van de tuinwijk, bedacht in Engeland, voor het eerst werd toegepast. Vrij kleine en betaalbare woningen op kleine percelen, maar wel met aandacht voor een aangename omgeving door het voorzien van gezamenlijk groen en voortuintjes. Het aanlegplan van de Bataviawijk werd ontworpen door ingenieur R. Verwilghen. Voor de woningen werd een beroep gedaan op onder andere de architecten R. Doom, J. Vermeersch, A. Smet en F. van Reeth. Vooral René Doom en Jérome Vermeersch waren zeer ijverig in het Roeselaarse met de wederopbouwstijl.